door:
Er reisde in november uiteindelijk een kleine AetA delagatie af naar de Dogon in Mali. Het reisverslag zal eind van de maand gereed zijn en op de reunie het licht zien. Voor de geintreseerde hierbij alvast de aanleiding en inleiding.
Dogon 1959- 2009
In een roerige tijd van de Nederlandse architectuur en een roemruchte periode van het tijdschrift forum speelde het Dogon volk een onverwacht belangrijke rol. In juli 1959 trad een nieuwe redactie aan met oa Aldo van Eyck, Herman Hertzberger, Jurriaan Schrofer. Het was het begin van de serie waarin met "het verhaal van de andere gedachte" de scherpe afwijzing van de Nederlandse bouwpraktijk, de aanpak van de Nederlandse bouw en de CIAM na de tweede wereld oorlog. Het was de opmaat van de thema's die in de komende jaren in Forum zouden worden behandeld. Zoals bij vele romans zijn soms alleen al de eerste zinnen legendarisch:
Dit nummer is zowel een afsluiting als een begin. Aan het begin van dit begin behoren twee constateringen. De eerste - dat Nederland in ruimtelijke zin onbewoonbaar wordt- is een realiteit die pas kort tot het bewustzijn doordringt als de ademhaling korter wordt. De tweede- dat architect en stedebouwer, wier bestaan en bestaansrecht op het bezit, respectievelijk gebruik van verbeelding en beeldend vermogen behoort te berusten, tot het onbewoonbaar maken van dit kleine land een zeer groot aandeel hebben- is een paradox die eindelijk aan het geweten begint te knagen..
Na deze scherpe aftrap, die eigenlijk nog heel actueel lijkt, volgde tot 1967 vele nummers van forum die in wekelijkse redactie vergaderingen werden gemaakt waarin het verhaal van de andere gedachte werd gevormd. In het afsluitende nummer van de reeks in 1967 volgt pas de publicatie van Aldo van Eyck zijn reis aan de Dogon. Een reis die hij echter al in de winter van 1959-1960 had gemaakt. Deze reis legde een stevig fundament onder de al aanwezige gedachte bij Aldo dat er aan de in de archaïsche culturen voortlevende oerwaarden evenveel waarde kon worden gehecht als de klassieke en moderne nalatenschap van de westerse cultuur. Aldo maakte overigens kennis met de Dogon door het tijdschrift Minotaure (waarin gebroederlijk naast elkaar artikelen en publicaties van en over Dali, Kurt Weil, Leger, Braque, Picasso en Corbu een nummer verscheen van Marcel Griaule over de Dogon ( Minotaure no 2 Mission Dakar - Djiboutti april 1933) ) Op deze reis met oa Herman Haan en Corneille ontmoeten ze de Zwitserse antropologen Parin en Morgenthaler ( oa Die weisen denken zuviel) die in navolging van Griaule's onderzoek al enige tijd verbleven in Ogol, Sangha.
Uit hun onderzoek tradt duidelijk naar voren dat de Dogon niet allen het woonmilieu maar de wereld in zijn geheel als keten van verwante, in elkaar passende structuren opvatten. Hun rijke en complexe kosmologie houdt in dat de wereld is opgebouwd als een netwerk dat zich uitstrekt van het kleinste schaal niveau tot de totaliteit., van het zaadje, de fonio, tot het universum. Waarin het evenwicht, de balans wordt bepaald door de tegengestelden, man vrouw, hemel aarde, die in een harmonische tweeling relatie, de twee Nommo's, het verstoorde evenwicht kunnen herstellen. De samenhang van mens, huis en dorp manifesteert zich in het begrip van het dorp. Het dorp is als het lichaam van de gemeenschap, en de verschillende gebouwen die er ogenschijnlijk nogal willekeurig verspreid liggen , putten hun betekenis uit de plaats die ze in dit lichaam innemen. Het dorp is opgevat naar het beeld van een ruggelings uitgestrekt lichaam met als hoofd de raadszaal, als borst en buik de grote stamhuizen en kleinere eengezinswoningen, als genetalia het stichtingsaltaar en tenslotte de voeten als de geemschappelijke altaren. Daarnaast werden de dorpen bij voorkeur twee aan twee gebouwd en tot een tweeling gekoppeld. Dit was de grote herkenning die Aldo verwerkte in het configuratieve ontwerpen, de reciprociteit, en het tweeling fenomeen. In het afsluitende forum nummer van "het verhaal van de andere gedachte" uit 1967 lag met name de nadruk op het geformuleerde antwoord op de in het begin van het begin geformuleerde kwestie:
"Door klein en groot, huis en wereld, mand en kosmos in het beeld van de mens met elkaar te identificeren maakt de Dogon de wereld bevattelijk en bewoonbaar: 'Hij bracht het heelal nabij, maakte het wereldstelsel overzichtelijk, gaf het de maten die bij hem pasten; kortom maakte het "bewoonbaar"- bracht wat "buiten" is "binnen." ( forum juli 1967. p 35)
De eerste die overigens al in 1951 vele tochten door de woestijn maakt is architect en (amateur) archeoloog Herman Haan. Grote bekendheid verwerft hij met de voor de NCRV gemaakte film "de Tellem Expeditie In 1964 vertrekt Haan met zijn expeditieploeg richting Mali om daar de geheimen van het Tellem volk te ontdekken. Dit volk zou volgens de legenden van de Dogon, in holen in de onbereikbare steile rotswand hebben gewoond. Om de woonplekken in de op sommige plaatsen sterk overhellende rotswand te bereiken, bedacht Haan een inventieve constructie. Een aluminium roosterwerk bol die door middel van een stelsel van lieren en kabels van de bovenrand van de rotswand naar beneden gelaten werd, zodat de hoge holen bereikbaar werden. Herman Haan blijft tot ver in de jaren 80 naar het Dogon gebied reizen.
Op het snijvlak tussen Haan en Aldo komt Joop van Stigt in beeld. Als opzichter in 1958 van het weeshuis van Aldo maakt hij de voorbereidingen mee van de expedities en raakt ook hij geïnspireerd door de verhalen , beelden en publicaties.
In 1972 wordt het plan opgevat om met de AetA ploeg die zo'n succesvolle reis naar de VS hadden gemaakt een reis te plannen naar de Dogon in Mali. De reis komt er niet maar Joop vertrekt uiteindelijk zelf eind 1972 naar Mali. Sinds 1972 zij heeft inmiddels tientallen reizen gemaakt naar het volk. Bij zijn afscheid als hoogleraar in Delft en op aandringen van Aldo, maakt joop een boek "Dogon Art Antropologie Architectuur" en hiermee lijkt de cirkel rond.
Zonder twijfel kan gesteld worden dat in Nederland inmiddels een zeer grote hoeveelheid kennis en materiaal is verzameld over de Dogon. Er zijn vele publicaties gemaakt. Wolf Schijns met een werkgroep in eindhoven, Rogier Bedeaux vanuit Leiden, en Pierre Maas onder wiens Leiding veel pioniers werk wordt verricht bij de renovatie van de Grote moskee in Djenne.
In middels is het Dogon gebied als geheel een Unesco Wereld erfgoed monument, maar een praktische gedachte hoe de Dogon hiermee om zouden moeten gaan is er nog niet.
Schatplichtig aan de Dogon voor de inspiratie bron van vele hebben Joop en Gonny van Stigt een stichting opgericht met als doel: Het bevorderen en verbeteren van de onderwijsvoorzieningen in het leefgebied van de Dogon bevolking zodat zij zich, in contact met hun eigen cultuur, kunnen ontwikkelen en zo de leefbaarheid en gezondheid en algemeen welzijn bevorderd wordt.
Uiteindelijk konden wij nu in 2009, 50 jaar na de eerste reis van Aldo van Eijck en Herman Haan, Gebruikmakend van de vele Dogon vrienden van Joop en Gonny. Een bijzondere AetA expeditie kunnen houden naar de Dogon waarvan wij jullie hierbij een inspirerend verslag doen.
Jurriaan van Stigt
De publicatie van Joop van Stigt; 'Dogon Art Antropologie Architectuur´ is te bestellen door overmaking van minimaal €50,- op rekening nummer 45.38.261. Met de opbrengsten van het boek worden de vele projecten gerealiseerd van de stichting Dogononderwijs, voor meer informatie www.dogononderwijs.nl