door:
Het wereldkampioenschap voetballen is afgelopen en we zijn 2e geworden. Ik heb eerlijk gezegd nauwelijks naar een wedstrijd gekeken. Niet dat het me niet interesseert maar ik kan erg slecht tegen de spanning van een wedstrijd en zeker als er verloren is vind ik het al snel weer zonde van de tijd. Dit WK speelde ook mee dat er volgens velen die wel keken er geen mooi Nederlands voetbal op de mat werd gelegd maar gewoon effectief voetbal. Met effectief voetbal zijn we dus tweede geworden, prachtig en dat zal vast in de statistieken worden vastgelegd maar toch blijft de herinnering aan het vorige WK hangen waarin Nederland de wereld verraste met een aantal prachtige gestileerde en aanvallende wedstrijden. Wat is nu wijsheid? In de internationale pers zijn we behoorlijk afgedroogd en alle zorgvuldig opgebouwde goodwill is te paard vertrokken, waarbij de gestrekte overtreding van Nigel de Jong breeduit is gemeten. Volgende keer weer mooi voetballen? In de architectenbranche zouden we hier wellicht toch iets van kunnen leren en wat mij betreft zeker de BNA. Wat is er aan de hand. Eind 2008 werkten er ongeveer 15.000 mensen op architectenbureaus, de portefeuilles waren goed gevuld en er heerste ook het idee dat de professionaliseringsagenda ten opzichte van de andere bouwpartners eindelijk eens ter hand kon worden genomen. De toegevoegde waarde, zoals dat in de economie en markt zo mooi wordt genoemd, van architecten was nog steeds sterk ondergewaardeerd. Dit vertaalde zich bij de bureaus in concurrentie met onder andere opdrachtgevende ontwikkelaars, in het steeds moeilijker krijgen van goede mensen, geen middelen om op te leiden noem maar op. In contrast hiermee is de beeldvorming over de Nederlandse architecten. Internationaal stond en staat de Nederlandse architectuur, en daarmee de branche, in hoog aanzien. Vele mensen komen nu naar Nederland om de geweldige projecten van Vinex tot Theater, van nieuwe van de invullingen tot wonen op water, van landschap tot stedelijke verdichting te bewonderen. Kortom reden genoeg om deze traditie van kwaliteit ook op z’n waarde te schatten en te waarderen. Bouwend en wonend Nederland vaart er wel bij. De huidige situatie is dat er eind 2010 waarschijnlijk nog maar 6.000 mensen werkzaam zijn op de bureaus, er heeft een kleine stille slachting plaatsgevonden. Toen vorige week MDS aankondigde dat Organon in Oss zou worden gesloten, wat het einde van 2.000 arbeidsplaatsen en kennis zou betekenen, stonden alle partijen en kranten klaar. Met het vertrek van deze industrie zou voor altijd de kennis uit Nederland verdwijnen. Een stevige propaganda kwam op gang en deze zal vast met staatssteun leiden tot behoud. Gelukkig denk ik, want het is inderdaad waanzinnig lastig om een kennisindustrie te bouwen. Hoe komt het nou dat wij architecten niet in staat zijn gebleken om ook zo’n lobby te mobiliseren en ruchtbaarheid te geven aan de situatie. Een belangrijke oorzaak ligt eigenlijk voor de hand; Het zijn allemaal kleine bureaus en wij zijn het allemaal allang gewend om dit soort klappen op te vangen. Daarnaast speelt de onderwaardering van ons aandeel in de bouw een belangrijke rol. Velen zullen wellicht denken: “we kunnen het wel zonder die eigengereide club”of “kunnen we eindelijk zelf huizen bouwen zonder architectenterreur” of wellicht “ wij bouwers kunnen het wel zonder die geveltjesplakkers, copy-paste klaar”. Wat ook de gedachte is, nu ook de aannemers en anderen in hun gevolg de gevolgen beginnen te merken zal er wellicht weer beweging komen, maar die lobby stevig opgepakt door de voorzitter van bouwend Nederland Eelco Brinkman, zal zich echt niet zo bezig houden met de architecten en ontwerpend Nederland. En de architecten zelf, onder “aanvoering” (nog niet zoveel van gemerkt overigens) van de BNA denken al weer na over mooie en kwalitatief hoogwaardige architectuur, stilistisch en alles behandelend met de beleefde egards de branche eigen. Volgens mij BNA is het tijd voor een effectievere aanpak: “gewoon gestrekt erin”!