-
bron: stock.com/olaser
door: Jan Poolen
Er is me al een tijd lang iets opgevallen. En ik vraag me af of we ons dat bewust zijn. Je hoeft de artist impression en gerealiseerde projecten van de laatste jaren maar te bekijken. Na de “kaders’, ‘het grid’, ‘de bakstenen ornamentering’, ‘de lamellen’, zijn nu de ‘bogen’ intrek. Steeds worden dezelfde referenties gebruikt. Gestuurd door de algoritmes van Pinterest. Is de impact van AI al merkbaar? Ontstaat er een virtuele replica wereld? Of helpt het ons beslissingen te nemen. Is de wereld zo complex geworden dat we de nieuwe technologie moeten omarmen? Een doorwrochte analyse van de opgave, van het programma, de context en het goed opzetten van plattegronden en vooral doorsneden zouden toch tot onze normale werkzaamheden moeten horen. Maar toch is het gek. Of beter gezegd is het arm.
Architectuurbeelden en renderings beginnen steeds meer op elkaar te lijken. Is er een revolutie gaande inzake de architectonische vormgeving? Toch worden er nog steeds meesterwerken gerealiseerd. Kunnen wij architecten er mee om gaan? Zijn we in staat de verleidingen te weerstaan? Natuurlijk er wordt vast nog steeds ‘oorspronkelijk’ ontworpen, diep, zoekend en intensief vanuit de inhoud, vanuit goede studies en analyses. Maar er wordt (te) weinig geëxperimenteerd. Opdrachtgevers zitten er niet altijd, of meestal niet op te wachten. Er wordt snel aangestuurd op telmodellen en beeld. Zo is er snel inzicht in het verdienmodel te verkrijgen en het beeld bepaald de gangbare marktwaarde.
Ik zit in diverse commissie, kwaliteitsteams en zie steeds dezelfde referenties langs komen. De algoritmen doen fantastisch werk en zo ziet bijna alles bijna hetzelfde eruit. Zijn we wel instaat vrij en zonder de gevraagde dwang te ontwerpen? Durven we de referenties en gedachten in het ontwerp anders te verbeelden? Niet zo letterlijk en zo volgend? De schetsen, het detail geven meer vrijheid. En wat zeggen al die referenties? Ze verleiden tot keuzes tot acceptatie maar beloven niets. Laten we gewoon ons werk goed doen met goede analyses, naar de plek zelf gaan ipv met streetview de plek bekijken. Allemaal goede hulpmiddelen maar ze brengen je niet bij de essentie. We zijn inmiddels in een wereld verzeild waar getallen en het beeld de ruimtelijk ontwikkeling van Nederland bepalen. De eerst uitvraag begint vaak met dat ‘telmodel’. Ik haast me altijd direct door daar een ‘ruimtelijk’ model van te maken.
Vergezeld van referenties die uit de verleidelijke beeldbank van Pinterest worden geshopt.
Pinterest referenties zijn best ok maar neem ze niet letterlijk op in de presentaties. Gelukkig kunnen goede ontwerpers de balans vinden en toch de persoonlijke invulling geven aan de opgave.
Maar het heeft ook het parametrisch ontwerpen gestimuleerd. Een methodiek die met slimme data tot verrassende en betaalbaardere ontwerpen kan komen.
Dus misschien moet ik het maar even de ruimte geven. Als we het ons maar bewust zijn.
Jan Poolen 11 maart 2024