door:
Taxila 9-10 1944 Amsterdam 29-10-2022
Als architectuurstudent vertrok Subash Taneja met zijn vriend Prabath Kashyap uit India. Via een omweg kwam hij naar Nederland en werd hij medewerker bij Lucia en Enrico Hartsuyker, later nam hij het bureau over. Taneja Hartsuyker Architecten mocht een van zijn bekendste werken in Haarlem realiseren. Een bijzonder plan, opvallend door de karakteristieke kleurstelling. Over dit “Spaarnoogplan” schreef Rene Bourgonje een boek dat diep ingaat op de intensieve betrokkenheid van de bewoners bij de planontwikkeling. Het kenmerkt de vriendelijke Subash dat hij vanuit bewonersparticipatie, dit woningbouwplan met haarscherpe stedenbouw en architectuur wist te ontwikkelen.
De twee excursies waarmee Subash Taneja zijn kennis en liefde voor zijn vaderland deelde met zijn mede AetA-leden hebben een diepe indruk achtergelaten bij ons. De eerste reis, in 1994, bereidde Subash voor met Rugier Timmer. Wij schreven ons in, er waren 33 plaatsen in de bus, die allemaal bezet waren tijdens een perfect uitgestippelde reis: Delhi, Agra, Ahmedabad, Chandigarh. We herinneren ons nog de ontroering toen we - na een week ondergedompeld te zijn in Indiase cultuur en architectuur klassiekers, indrukwekkende bouwwerken en landschappen, de geuren, kleuren, warmte, geluiden en gastvrijheid van India - onze schoenen uitdeden en over de drempel stapten van de Manorama Sarabhai-Villa van Le Corbusier. Nooit meer hebben we onze Europese cultuur zo bewust ervaren.
AetA bleef trekken aan Subash voor een tweede India-excursie en tien jaar later vertrok er opnieuw een 'bus' AetA-leden naar India. Op het strand van Goa werd oud en nieuw gevierd.
Nu de westkust, oostkust en het zuidelijkste puntje van India, daar waar de drie oceanen bij elkaar komen; Goa, Madras, Puducherry, Cochin, Kerala. Het leverde mede een prachtige tentoonstelling op in het ABC te Haarlem: Heimwee met Subash Taneja en Lucien Lafour.
1994, het was onze eerste grote excursie met AetA. Een paar weken in een groep optrekken voor individualisten is een kunst die je moet leren. Subash kon daar mee omgaan. Terwijl hij doorlopend bezig was om de reis soepel te doen lopen, wist hij ook altijd op het juiste moment aandacht te hebben voor de noden en behoeftes van de amici. Wat een schat was Subash. 'heeft aandacht nodig' zei hij een keer over een klager die maar niet wendde aan de Indiase mores.
Subash en ook zijn vrouw Hanneke, leerde ons anders kijken en denken. We leerden veel over India tijdens de reizen, maar nog belangrijker, het was ook een indringende kennismaking met een andere manier van denken en andere omgangsvormen dan die waar wij mee grootgebracht werden. Zijn doorlopende uitleg van de Indiase waarden, het ervaren van zijn manier van benaderen van mensen en zaken, het elke keer opnieuw liefdevol en bovenal geduldig vertellen over de Indiase cultuur, het uitleggen van de voor ons onbegrijpelijke sociale systemen in India - van ondergeschikten en overheersers, van gebruiken en geloven - Subash maakte diepe indruk met zijn zachte stem, geduld, en interesse in anderen.
Een tiental AetA-leden waren aanwezig bij Subash' afscheidsceremonie:
“Tijdens het prachtige gitaarspel zag ik een krachtige zwarte vogel met witte accenten en een felkleurige snavel die zo uit kleurenpalet van Subash oeuvre leek te komen. Heel kort in haar vlucht leek ze de aarde aan te tippen en verdween ze, begeleid door de mooie klanken van “Black Bird” ...
Cees Brandjes, Madeleine Steigenga.