door:
AetA groeit gestaag in het aantal leden. Hierbij de introductie van drie nieuwe leden: Corinne Brouwers, Marnix van der Meer en Like Bijlsma.
Corinne Brouwers heeft sinds 2008 haar eigen bureau in Haarlem. Daarvoor werkte zij ondermeer bij bureau Friedhoff en van Heerde en bij bureau Architec. Daarnaast is Corinne actief betrokken door lidmaatschappen van Welstandscommissies en Monumentencommissies in Noord-Holland. Verder is zij lid van architectennetwerk Anet, dat debatten en een tentoonstelling organiseerde bij ABC Haarlem en Arcam.
Marnix introduceert zich als volgt:
In 2002 kreeg ik de opdracht om een watertoren te transformeren tot een torenwoning. Dat was een mooie aanleiding om mijn bureau Zecc Architecten in Utrecht te starten. Ik werkte op dat moment nog bij Meyer & Van Schooten. Ik heb daar zo'n zes jaar gewerkt en studeerde in die periode aan de Academie van Bouwkunst. Nu, zo'n negen jaar later bestaat Zecc uit een team van 8 zeer gemotiveerde mensen en werken we aan uiteenlopende projecten. Van particuliere opdrachten tot Europese aanbestedingen en van nieuwbouw tot herbestemmingen. Ik ben incidenteel gastdocent aan de Academie, zit in de ledenraad bij de BNA en ben lid van de welstandscommissie in Den Bosch. Het lijkt mij leuk om lid te worden van AetA en om af en toe aan te sluiten bij een interessante activiteit.
En Like Bijlsma:
Ik ben iemand met een brede interesse. Afgestudeerd als architect (TUD,1999) en als economisch geograaf (RUU, 1989) doe ik verschillende soorten werk. Ik schrijf over architectuur en doe architectonisch onderzoek, maar doe ook studies op het grensvlak van architectuur en sociologie/geografie. Het afgelopen jaar bestudeerde ik bijvoorbeeld de Nieuwe Nederlandse Stad samen met twee stadssociologen. Daarnaast heb ik af en toe een klein bouwproject (het laatste was een kiosk) en geef ik zo nu en dan les. Ik vind het erg prettig op al deze verschillende manieren en in verschillende omgevingen met het vak bezig te zijn, omdat je continu gedwongen wordt je eigen grenzen te verleggen.
Door al die breedte die ik de afgelopen jaren heb opgezocht vind ik het nu wel weer eens tijd om iets meer in de diepte te gaan, om het architectuurdebat binnen de vakgemeenschap weer eens met frisse ogen te bekijken. Daarvoor lijkt met AetA een prima platform. Ik verheug me vooral op de discussie met vakgenoten, het leren kennen van voor mij onbekende architecten, het bekijken van oude en nieuwe gebouwen.
Drie afbeeldingen van projecten waar ik afgelopen jaren aan werkte.
Deze afbeelding is een architectonische propositie die voortbouwt op het bestaande, door het letterlijk toevoegen van gelaagdheid in een stadsvernieuwingsgebied. Een nieuwe neutrale architectonische laag zorgt ervoor dat de nu gefragmenteerde architectuur van deze wijk (een menging van 19e eeuws revolutiebouw en 70er jaren stadsvernieuwingsarchitectuur) dichter bij elkaar gebracht wordt. Door in te grijpen op de wonden van het weefsel is slechts een beperkt aantal ingrepen noodzakelijk.
De tweede afbeelding toont de studie die ik deed naar de typologie van de ‘Tussenmaat', een collectief woongebouw met een maat tussen de twee-onder-een-kap en het bouwblok in. De ontwikkelingsmaat van deze typologie zou in huidige tijden van crisis wel eens interessant kunnen worden.
Als laatste beeld de eerder genoemde kleine kiosk. Huiselijk en hufterproof, dat was de opgave. In gesloten stand voegt het gebouw zich in het statige 19e eeuwse park, en wordt beschermd door geperforeerde kleppen. Als de kiosk open klapt ontstaat een totaal ander volume, en kan zowel de kiosk als het park in gebruik genomen worden.