door:
Ik ben Albert Herder, architect van beroep en ik heb inmiddels al meer dan tien jaar samen met Arie van der Neut het bureau HVDN architecten. Ik ben een laatbloeier, maar nadat ik eenmaal de juiste weg had gevonden is het snel gegaan. Wij ontwerpen grote projecten, voornamelijk in de woningbouw op aansprekende locaties in de stedelijke omgeving. Niet alle projecten vallen direct op, maar ze zijn altijd zorgvuldig gedetailleerd en innig verbonden met de omgeving en de gebruikers. Onze gebouwen zijn rijk aan conceptuele ideeën waarbij de kennis van de bouw en de bouwtechniek hoog wordt ingezet.
De Academie van Bouwkunst speelt een belangrijke rol in mijn carrière. Daar leerde ik twintig jaar geleden Arie van der Neut kennen. Ik kwam min of meer 'per ongeluk' op de Academie terecht, na een opleiding van MTS en HTS. In tegenstelling tot veel van mijn medestudenten was de kennis aan het begin van de academie helemaal 'nul'. Dat veranderde snel, want er was een klik met de architectuur. Als een spons heb ik al die jaren kennis tot mij genomen: kwaliteiten en eigenschappen van projecten, plannen en mensen om ons heen geobserveerd. En met onze eigen projecten bleven we continu experimenteren en verbeteren; daarmee hebben wij inmiddels dit bovengemiddelde niveau in de projecten van ons bureau bereikt. Na mijn diploma op de Academie ben ik eigenlijk vrij snel gevraagd om te komen doceren. Dit ben ik blijven doen, ik heb nog steeds veel plezier in het doceren en begeleiden van projecten van afstudeerders. Veel mensen op ons bureau komen van de Academie of studeren er nog. Studenten krijgen bij ons onderzoeksopdrachten of ze draaien in onze projecten mee. Ze passen bij uitstek in ons structuur van ons atelier. Andersom weet de Academie ons ook te vinden door ons veel 'buitenlandse' studenten aan te bieden.
Onze opdrachten zijn steeds gecompliceerder en opdrachtgevers zijn steeds veeleisender. Ik probeer in mijn projecten een balans te vinden tussen het architectonische (artistieke), het vakmanschap (het ambachtelijke) en het sociale (menselijke). Met beperkte middelen een uiterst rijk en complex ruimtelijk stelsel creëren, goed gedetailleerd en met een fraaie lichttoetreding. Gebouwen moeten werken voor mensen en het moet een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het stedelijk leven.
Architectuur heeft vooral behoefte aan innovatie. Niet alleen op het gebied van ontwerp, maar ook in de manier waarop architecten communiceren met hun opdrachtgevers en gebruikers. Het gebouw, of liever gezegd de ervaring ervan is de basis voor onze architectuur. Als je een gebouw in werkelijk ervaart, is de impact nu eenmaal veel groter dan op een afbeelding, hoe krachtig ook.
Dit is dan ook de reden om lid te worden van AetA. Reizen en gezamenlijk architectuur ervaren is een groot goed want ik wil elke dag nog meer leren.