door:
Toch even een aparte vermelding voor de lezing van Jeroen Schilt tijdens de nieuwjaars bijeenkomst. Wij waren getuige van de wederopstanding van de Archi-tijd van Tijen die in de oorlog de tijd had en kreeg om na te denken, te reflecteren en te produceren.. In deze tijd van crisis is dit wellicht een inspirerende gedachte; Krijgen we de tijd en mogelijkheden om een stevige kennis doorstart te maken?
Feit blijft dat Jeroen een prachtig verhaal hield met dito beelden. Ook Las hij onderstaande recensie voor van Rietveld over het LRR.
Het nationaal luchtvaart-laboratorium / architecten: Van Tijen en Maaskant 12e jaargang 1941 bouw
Dit gebouw van Van Tijen en Maaskant is een eerlijk gebouw. Een laboratorium is een gebouw, dat nog niet zo'n gelijke vorm heeft gekregen als b.v. een kerk of een fabriek. Van dit gebouw is het doel zeer duidelijk te zien. De werkzaamheden, die hier verricht worden zijn zeer verschillend van formaat; dit ziet men van binnen, maar niet minder van buiten. Regelmatig door alle ruimte heen staan de stoere spanten als dragers van de daartussen gehangen ruimten. Eén spantpoot staat als een boom bijna middenin een directiekamer. Dit is een grote betonconstructie, die niet ommanteld is. De geniaalste vondst van dit gebouw is nog het dak; in plaats van een gootrand buigt het dak zicht over de gehele lengte schuin op als een geweldige hoedenrand. Voor de grote hoge hal, die enigszins afzonderlijk gehouden is van de trappen is een spant weggelaten, door een dubbel brede overspanning te maken en zo sterk werkt de regelmaat der spanten, dat het is of een groot gat geslagen is op de plaats van de hal om ruimte voor binnentredende te maken. Het is haast jammer, dat dit gat ter wille van koude wind en regen met glas is dicht gemaakt. Het open effect is echter niet verloren gegaan, wand de hal heeft een sfeer van buiten-architectuur; werkt als exterieur; en de grote prachtig gemetselde baksteen wanden zijn als gevels van de daar achterliggende ruimten. Graag zou ik nog een keer zijn gaan zien, om de detail-indrukken van dit gebouw, dat ik misschien wel 3 maanden geleden zag, nog eens op te frissen, maar de tijd laat het niet toe, zodat ik in een adem deze beschouwing moet neerschrijven. De grootste indruk van de tunnelgebouwen laat zich niet gemakkelijk beschrijven, deze moet men zien en natuurlijk het best in bedrijf.
Een heel bijzondere aandacht is geschonken ten eerste aan de plaatsing van de vergaderruimte en in de tweede plaats aan de interieurs, die gaaf en solide zijn, maar gelukkig niet die gestoffeerde verwendheid vertonen, die men meestal in zulke ruimten nodig acht. Ten slotte heb ik vooral in de hal, die als ruimtelijkheid wel het sterkst werkt, nog een persoonlijk genoegen beleefd. Ik voor mij hou er namelijk een principe op na, dat kunst in 't algemeen en de bouwkunst in 't bijzonder altijd enigszins abstract moet zijn, iets van het kristal moet hebben; dat abstracte is hier, nadat de te ver weg geworpen beginperiode van de moderne architectuur reeds vergeten is, hier en daar door alles heen gekomen.
RIETVELD.