31 oktober 2010
door:
door:
Over smaak kan heel goed worden getwist.
Naar mijn mening heeft een goed heeft erotische en poëtische kwaliteit.
Architectonische kwaliteit heeft een aantal aspecten:
-
functioneel
Is het gebouw goed bruikbaar voor het beoogde programma? Is het goed te beheren en evt. te veranderen?
-
technisch
Is het goed te maken en te onderhouden? Is het duurzaam?
-
economisch
Wat is de bijdrage aan de welvaart van de eigenaar, de gebruiker en de omgeving?
-
cultureel
Ontroert het de gebruiker en de bezoeker? De ontroering zou lichamelijke en cerebraal moeten zijn: erotisch en poëtisch. Dat betekent dat je een goed gebouw kunt zien als een aantrekkelijk (geabstraheerd) lichaam met een interessante persoonlijkheid.. Dat je het wilt aanraken en strelen ( met handen en/of ogen), dat het je extra bewust maakt van je eigen lichamelijkheid, dat het uitnodigt om ongeziene delen te verkennen, dat het binnengaan van gebouw en van belangrijke ruimten je echt raakt, dat eenmaal binnen, de ruimte je koestert, dat het gebouw zich laat ontdekken, dat er onverwachte en onbekende dingen met je gebeuren, dat de wereld hierna nooit meer dezelfde is, dat zo veel mogelijk zintuigen worden geprikkeld, dat je wilt terugkomen. De vormverwantschap met lichaamsdelen is een pré, maar niet essentieel.
Liefde
Goede gebouwen ( en interieurs en omgevingen) zijn met liefdevolle zorg ontworpen om te worden liefgehad. Geliefde gebouwen zijn duurzaam.
Topwerken met erotische en poëtische kwaliteit zijn m.i. Ronchamp ( het hoogtepunt van de architectuur van de 20e eeuw en van de Romaanse bouwkunst) en het Rietveldpaviljoen nu in Kröller Müller. ( het beste gebouw in Nederland van de 20e eeuw)