door:
Gekoppeld aan de jaarvergadering op 29 juni 2013, organiseerde VVKH en Joke Vos een VillAetA. Paul Lappia schreef het verslag:
Het bureau van VVKH aan het Noordeinde in Leiden vormt een passende omgeving voor een groep geïnteresseerde collega’s. Ronald Knappers en Joost de Haan gunnen ons een blik in hun enkele verdiepingen tellende kantoor. Bekend terrein voor vakgenoten en tegelijkertijd verfrissend. Een trouvaille vormt de combinatie met de jaarvergadering; zo wordt het nuttige met het aangename verbonden.
Nadat wij met dank aan de ter zake kundige sprekers voortvarend door de agenda worden geloodst vindt tijdens de smakelijke fourage – de voorbereiding op het middagprogramma plaats.
Ronald Knappers van VVKH beschrijft in vogelvlucht de lange traditie van het bureau en memoreert achtereenvolgens de verbouwing van een universiteitsgebouw en een bescheiden woning. Het zijn moeilijke tijden voor de branche, daar kan het bureau van meepraten. Door een mix van aangenomen opdrachten (kantoren, woningen) heeft het bureau het hoofd boven water kunnen houden.
Wat er wel komt: de transformatie van een ambulancepost, het Ibishotel en de herstructurering van de Diamantlaan in Leiden, de toevoeging van extra programma aan het Eindhovens winkelcentrum, het Compositenlab van Hogeschool Inholland in Delft, een verpleeghuis met aanleunwoningen in Schijndel en verbeteringen aan winkelcentra in Castricum, Alkmaar en IJsselstein.
Joke Vos is behalve de nieuwbakken voorzitter van AetA ook architect van het project Groen en Gras in Alphen aan den Rijn. Voor de bijna honderd woningen in de vrije en in de sociale sector is gestreefd naar een tuinstedelijke omgeving.
In de bus worden vergeefse pogingen ondernomen om het reisdoel Alphen aan den Rijn zoveel mogelijk uit te nutten. Enkele deelnemers trachten het Arena “plan” van “ex”-architect Weeber het programma “in te fietsen”. Daar komt niets van in, de reisleiding is onverbiddelijk: “Geen tijd voor!”. Dus struint het gezelschap ruim een halfuur later door de door grijsgroene ribbelsteen gedomineerde straatjes en paadjes van uitbreidingswijk Kerk en Zanen. “Valeriaan” lezen we op een straatnaambordje: omen est nomen.
Twee woningen zijn voor de gelegenheid door bewoners voor bezichtiging opengesteld. De tussenwoning bevat twee forse trappen waarmee men verdeeld over twee verdiepingen respectievelijk de natte cel en de enkele slaapkamer bereikt: “puur onhandig”, vooral met een kleintje in huis, raadt de bewoonster onze gedachten. Maar: “ik zeg: verders is het een leuk huis”, zeg ik!” Op naar de hoekwoning even verderop. De woning lijkt op het eerste gezicht onbeheerd, maar de eigenaren blijken zich in de tuin afzijdig te houden van het commentaar van de bezoekers.
Deze woning oogst duidelijk meer waardering bij de deelnemers. Wel is er kritiek op zichtbare details zoals de weinig fijnzinnige detaillering van de houten binnentrap met het onvermijdelijke spijlenhekwerk en de her en der toegepaste “opdekdeuren”. De hoge (schuine) plafonds die een gevoel van ruimte oproepen, vormen echter een groot pluspunt.
Het project van Heren5, even verderop, fascineert in enkele opzichten. De consequentie waarmee ramen en deuren in een lange lijn in de gevel zijn aangebracht, roept bewonderende reacties op. In tegenstelling tot een vluchtige beoordeling blijken de toegepaste kozijnen niet van plastic (“zó jaren ’80!”) te zijn maar van aluminium.
Tenslotte nog een project van Heren5 rondom een intiem (speel)pleintje. De onbestemde ruimte op de kop van het blok wordt bij nadere inspectie als de zitkamer van de woning geïdentificeerd.
Het stationsgebied van Leiden vormt een lappendeken van stijlen. Fons Verheijen van VVKH wacht ons bij het Achmeagebouw zwaaiend met zijn armen op. Tussen droom en daad hebben ook in deze omgeving praktische bezwaren in de weg gestaan, legt Verheyen geduldig uit. Het resultaat is er naar: een kolos aan een verdiepte passerelle waar autoverkeer van niets naar nergens raast voorzien van opgeleukte borstwering met erachter een provinciaals kantoorlandschap. Paul de Ley heeft zelfs nog in deze buurt gebouwd – jaren na de bewonersparticipatie van de Westelijke Eilanden in Amsterdam.
In gedachten verzonken trekken we even later op naar het verderop gelegen Ibishotel dat het sluitstuk vormt van een bouwmassa die regelrecht afkomstig lijkt te zijn uit het Oostblok. Het eerste deel staat er zieltogend bij, het tweede is reeds eerder onder handen genomen en het Ibisgedeelte, “gerehabiliteerd” door VVKH vormt de kers op de taart. De bedoeling lijkt sympathiek, maar een vluchtige blik op het interieur kan niet verhelen dat het aantal sterren van dit hotel beperkt is. De “stoere” uitstraling van de constructie bestaat uit beschilderd behang met een “betonlook” alsof men een bordkartonnen ruimte uit een produktie van Walter van de Kamp betreedt.
Gelukkig maakt een bezoek aan de aan de eisen van de tijd aangepaste ambulancepost veel goed. Terwijl de dienstdoende ambulancebroeders zich om de tijd te doden vergapen aan een groot televisiescherm, bestijgen wij de ene trap naar de andere om te eindigen met een “rondje” om het gebouw via een smalle gaanderij. Uiteraard ontzien enkele deelnemers van de excursie zich niet om zich in de tentoongestelde en niet voor bezoekers toegankelijke ambulances te laten fotograferen.
Per bus bereiken wij uiteindelijk de Leidse Diamantlaan. Deze buurt is in het kader van een herstructuringsoperatie duchtig op de schop gegaan. Portieketageflats verdwenen ten gunste van een project bestaande uit een mix van koop en huur. Bijzonder is inpandig (verdiept) parkeren met een fraaie tuin op het dek. Het geheel maakt een vitale indruk.
Later dan gepland maar voorzien van allerlei indrukken eindigen wij waar wij begonnen zijn: in het kantoor van VVKH. Fijne versnaperingen leveren hun bijdrage aan een onvergetelijke dag.
Het agenda-item staat hier.