door:
Op 22 juni was de jaarvergadering van AetA in Pulchri Studio. Daarna stond een bezoek aan de Raad van State op het programma. Jan Willem de Kanter schreef het verslag van dat bezoek. (De formele stukken van de vergadering staan onderaan dit bericht).
Na de jaarvergadering in Pulchri studio lopen we met z’n twintigen naar de overkant van het Lange Voorhout. We laten de Rekenkamer van Aldo van Eyck, verscholen achter de Kloosterkerk, links liggen en gaan via de hoofdingang aan de Kneuterdijk naar binnen. We zijn in het gebouw van de Raad van State. Een balie van hardsteen, haags. De Raad is na elf jaar ver- en nieuw bouw eindelijk klaar. De opdracht aan Patrice Girod en Evelyne Merkx was duidelijk, maak van de opeenstapeling van stadspaleizen, kantoren, voormalige woningen en zittingzalen, aan en bijgebouwen een vanzelfsprekend en doelmatig complex , maak het sober maar wel met allure. De architecten begrepen ook de wens om het lichter, ruimtelijker, vrolijker en transparanter te maken. Zoals de Raad van State ook zelf wil zijn: duidelijk, eerlijk en helder met gemotiveerde uitspraken.
Geen wonder dat met zo’n opdrachtgever en met zo’n programma een buitengewoon werkstuk is volbracht waarin ordening en samenhang is bereikt in een stelsel van verschillende afzonderlijke gebouwen. Er moesten werkplekken komen voor ruim 600 medewerkers, welke samen 13.000 uitspraken per jaar doen en er moest ruimte komen voor 7 zalen voor in totaal 3500 zittingen per jaar. Een scheiding van de openbaar delen met de rest was een deel van het programma.
Dit wordt allemaal rustig en overtuigend uitgelegd door Patrice en Evelyne in een van de zittingszalen waar we plaatsnemen. De interne organisatie en logica leidt tot de gekozen oplossing om de bestaande rij woningen langs de Parkstraat als het ware los te knippen van de achterliggende bouwdelen en zo ruimte te maken om niveauverschillen op te lossen en daglicht toe te laten treden.
Een mooie ruimtelijke oplossing, prachtig gedetailleerd.
Later bij de rondgang door het complex horen we, wat we wel wisten, dat ook hier met verkregen vertrouwen je tot uitmuntende resultaten kan komen. Als in een bestek staat dat een aannemer ook met een “gelijkwaardig” alternatief mag komen moet je van goede huize komen om aan te tonen dat die gelijkwaardigheid er misschien wel technisch is maar toch inferieur en minder mooi. Die discussie is lastig te voeren en verlies je als je niet het vertrouwen hebt van je opdrachtgever èn zelf niet rotsvast gelooft in je ontwerp.
Een gebouw als dit, waarin je geen lelijke of storende dingen ziet, is zeldzaam. De subtiele integratie van inrichting, meubilering, stoffering en materiaaltoepassing met de forse structurele en bouwkundige aanpassingen lijkt moeiteloos te zijn volbracht.
Aan de kant van de Parkstraat, is nieuwbouw gekomen ter vervanging van de vleugel die prof. Wegener Sleeswijk daar in de jaren 80 ontwierp. Deze vleugel zag er somber, gesloten en ongenaakbaar uit, veel beton verstopt achter dikke droevige baksteen. Deze vleugel eindigde met een historiserend hoekpand aan de Kneuterdijk.
Met de sloop van deze vleugel en de aanpassing van het hoekpand is het allemaal toch nog goed gekomen. We herinneren de professor, in z’n tweed pak met vest, die geestdriftig, ons studenten, de liefde voor het vak bijbracht en er op hamerde dat alles vooral duidelijk herkenbaar moest zijn. Zijn bijdrage aan de Raad van State is duidelijk herkenbaar te kort geschoten, de latere verbouwingen van Girod + Merkx daarentegen een groot succes.