door:
Bescheidenheid
Ik weet niet meer precies maar ergens in 1971 kan ik me de grote bouviers herinneren die de veld fabriek van aannemers bedrijf van egteren moesten beschermen tegen diefstal op het verlaten gebied aan de rand van de Bijlmermeer. Op zaterdag ochtend ging ik soms met mijn vader mee naar de bouwplaats om de nieuwe serie prefab gevel elementen te keuren. De niet seriematige bouw van Groenhoven en Goudenleeuw, een kleine 840 woningen werd hier gerealiseerd in het laaste vlekje van het stedenbouwkundige plan van de honingraad flats. De bekende “Bijlmerflats” waren series matig gebouw waarbij de 135 graden kinken,een honderd meter galerij met een minimaal aantal liften die bovendien net voor de laatste bouwlaag stopte om nog meer kosten te besparen. ook de wandelstraten die zorgde dat je al wandelend van huis naar auto, metro en winkelcentrum kon werd allemaal net niet uitgevoerd zoals bedoeld.. ipv lekker aan het zuiden werden ze aan de noordkant gelegd en niet de gemeenschappelijke ruimten maar kleine woningen die extra opbrengsten genereerden werden hieraan gekoppeld. Leidend was het uitgekiende verdienmodel voor de systeembouwers.
Het laatste plukje woningen konden ze niet rendabel krijgen en werd in de schoot geworpen van mijn vader. De bezoekjes op de zaterdagen aan de bouw gingen per auto want de metro en de stations ontworpen door architect van Sier van Rhijn waren nog lang niet klaar. Voor veel Amsterdams blijft de Bijlmer of zoals het nu heet Zuidoost in het ruimtelijke systeem een beetje moeilijk “vindbaar” De flats van Groene hoven en Gouden leeuw bereikte je het makkelijkst via Diemen, langs de oude route naar het Gooi, langs de Sniep en de eindhalte van tramlijn 9 en de grote tram en busremise van Amsterdam. Het is steeds de route die ik goed ken en zo graag rijd. Als je via deze kant verder rijdt kom je langs de rivier de Gein bij Baambrugge en kan je doorsteken naar Abcoude.. nog steeds een populaire fietsroute. De Bijlmer was ook in mijn geheugen gegrift omdat bij ons op school in 1975 veel Surinaams kinderen bij kwamen die vrijwel allemaal in de Bijlmer leken te wonen. Mijn eerste vriendinnetje woonde er en zij nam mij mee op de ruim een uur durende busrit naar haar huis. Ik heb haar laatst weer ontmoet ze is nu buurt-wijkagente in de Bijlmer. Het is haar wereld waar ze nooit weg zou willen. En dat was ook eigenlijk voor mij het hoogte punt van de excursie van AetA, de ontmoeting met het onbevangen”meisje”op het dak van de te slopen laatste parkeergarage van de ...flat… Maar daarover later meer. Met enige regelmaat bezoek ik de Bijlmer, soms even op de fiets, soms om in de Heineken Music hal een concert te bezoeken of een fietstocht naar het mooie Bijlmerpark van Francine Houben of om zoals ook met AetA op deze zaterdag 12 mei om te zien hoe de wijk in de afgelopen 20 jaar is “getransformeerd”. Ik twijfel eraan of dat het goede woord is.
Godfather in de Bijlmer is architect Peter Dautzenberg die er al woont vanaf 1976 en gevraagde en ongevraagde adviezen geeft aan het bestuur en zich dus met enig recht mag uitlaten over deze bijzondere wijk. Er is nog eigenlijk heel weinig over van de” echte originele wijk” en het gekke is zoals Peter dat ook verwoord is het schisma tussen het Imago en de stedenbouwkundige werkelijkheid er nog steeds is. Terwijl bijna alle Honingraatflats zijn gesloopt en er een kleine 1 miljard onrendabel in de wijk is uitgegeven, of is het eigenlijk een stad met 140.000 inwoners, is dat element uiteindelijk vreemd genoeg of logischer wijs niet veranderd. De mix van woningen heeft natuurlijk weldegelijk bijgedragen aan de maatschappelijke transformatie en levert ook prettige woongebieden op. Maar op sommige plaatsen waan je je in een willekeurige buitenwijk en ben je het specifiek karakter helemaal kwijt. De tabularasa aanpak voelt vreemd aan. een hele generatie heeft zijn verleden zien verwoesten alsof er een oorlog heeft gewoed. En de wijsheid van het nieuwe deel was dat werkelijk de enige oplossing. vaak loop ik als architect toch met enige gene rond over de soms wel er grote mate van zelfverzekerdheid en stelligheid waarmee elke generatie opnieuw zich uitvinder van het zwarte goud waant. Dat is overigens ook nu weer het geval als met dezelfde stelligheid een bestaande flat word vereerd en opeens een jong monument moet worden. Ik leer weer dagelijks bij maar besef me dat vooral de nuance weer terug zou moeten komen terwijl het tegelijkertijd in deze “populistische tijd” allemaal gestrekt erin moet in de communicatie. Zou het veel meer en-en moeten zijn in plaats van of-of ? En zo kom ik weer terecht op het dak van de laatste parkeergarage die langs de dreef stond en die nog niet gesloopt is. Op het dak bespreken wij “de grote zaken” de sleuteldraagster van het tijdelijk in gebruik genomen en beheerd garage gebouw die een beetje had staan luisteren vroeg even het woord.: “ik weet helemaal niets van architectuur en of ik het mooi vind weet ik al helemaal niet maar ik ben hier opgegroeid, ik ontmoete hier tussen de flats al mijn vrienden en vriendinnetjes.
Deze garage annex winkel centrum was een belangrijk meeting point want hier zat de avond en nachtwinkel en kon je altijd terecht. In een groot deel van de Bijlmer kan ik niets meer herkennen en kan ik geen een herinnering meer oproepen uit mijn jeugd.. dit is voor mij het laatste stukje… en ja of ik het mooi vind? het is mijn jeugd” wat moet ik hier nu nog over zeggen… het was weer een leerzame middag in de vernieuwde Bijlmermeer waar ik prachtige liefdevol gemaakte gebouwen zag, soms een beetje mislukte ingrepen, alles met hele goede bedoelingen. Ik zag ook en vooral een ontspannen vriendelijk stuk stad met veel drukke markten en fietsende, lopende, sportende mensen. Maar ik voel ook bescheidenheid die nodig is want of al het geld en de aanpak proportioneel is geweest, en hebben we niet ook de verhalen van de bewoners over het stadsdeel gemist. uiteindelijk is daar waar je geworteld bent, opgegroeid bent een onmisbaar element in de beleving . En als ik met dit in mijn achterhoofd denk aan de volgende opgave die “ons” wacht namelijk de ruime miljoen gebouwde woningen in de bloemkoolwijken of de stadsvernieuwingsgebieden en de huidige economische situatie dan komen we vast weer met andere oplossingen want daar zullen we uiteindelijk wel mee bezig moeten blijven.
Jurriaan van Stigt
georganiseerd door
VillAetA Peter Dautzenberg , Janfrans van der Eerden